Ik heb de scholen die ik als kind bezocht altijd gezien als sociaal veilige plekken. De juf of meester zorgde voor ons in de klas. Een schoolhoofd waakte over de school. En de inspectie keek of de school het goed deed. Het gaf mij het gevoel dat school een veilige plek was. De ruzietjes links en rechts werden altijd wel opgelost.
In de jaren die volgde verzeilde ik geregeld in situaties waarin ik het liefst hard weg wilde lopen. Situaties waarin ik kracht mistte om te staan voor waar ik in geloofde. Ik wenste een schild om me te beschermen tegen de boze buitenwereld. Ik was vaak niet gelukkig.
In mijn zoektocht naar ‘weer gelukkig worden’, wat dat ook was, leerde ik met vallen en opstaan dat elk gevoel wordt veroorzaakt door een overtuiging. Fijne gevoelens (‘ik ben gelukkig!’) maar ook van minder fijne gevoelens (‘ik kan dit echt niet’, ‘ze nemen me niet serieus’, etc) ontstaan doordat ik iets geloofde. Ik leerde om mijn gevoelens te zien als signalen dat er overtuigingen in mijn systeem zaten die mij in die situatie niet hielpen. Ook leerde ik hoe ik overtuigingen kon loslaten en hoe nieuwe overtuigingen te integreren. Na verloop van tijd begon zich een patroon af te tekenen. Veel belemmerende overtuigingen ontstonden op momenten van onveiligheid. En veel belemmerende overtuigingen stamden uit mijn school- en studie-periode. Huh? School was toch een sociaal veilige plek?
Vrije aandacht voor wat er is
Sociale veiligheid gaat over dat je durft uit te spreken wat je gevoel je vertelt. Dat je vertrouwen hebt in jezelf om dat te doen, en vertrouwen hebt in dat de mensen om je heen aandachtig en waarderend naar je luisteren. Zo eenvoudig als het is om dit in twee zinnen op te schrijven, zo lastig is het om deze setting in de praktijk ook echt te laten ontstaan. Je zal de neiging tot het hebben van een oordeel moeten kunnen opmerken en loslaten en de neiging tot een reactie kunnen opmerken en loslaten. Afgestemd blijven op de ander en bij jezelf voelen wat het meest helpend is: wat te zeggen of juist wanneer niet. Want hoe minder afleiding en ruis er is, hoe meer ruimte er overblijft voor degene die aan het woord is. Zodat iedereen alle aandacht kan gebruiken om te voelen, te luisteren en te spreken. Als dat lukt, dan is er een echt veilige setting.
Hoe anders is het op school. Als je kinderen uit hetzelfde bouwjaar bij elkaar zet, en ze worden gedwongen allemaal hetzelfde te doen, dan gaan ze zich snel met elkaar vergelijken. Dan heb je ‘snellere’ en ‘langzamere’ leerlingen. Kinderen met de nieuwste mode, kinderen met oudere kleren. Sterke kinderen en zwakkere. Wie wordt steeds het laatste gekozen bij de gym? Jantje heeft weer zijn toets niet gehaald. Pietje staat weer alleen in de pauze. De juf geeft altijd de beurt aan Klaas. Er ontstaat competitie en concurrentie. Zorg dat je er bij hoort, dat je bij de ‘goede’ bent. Doe wat er van je verwacht wordt.
Je krijgt een sticker als je iets goed doet. Je mag ‘pennen’ als je iets verkeerds doet. Met belonen en straffen wordt ‘gewenst gedrag’ in je systeem gesleten. Op de achtergrond voelen kinderen de lichte maar constante druk om aan de verwachting van anderen te moeten voldoen. Van de juf of meester, maar ook van je mede-leerlingen, van je ouders. Hoe kun je in zo’n setting echt helemaal jezelf zijn? Hoe kun je leren herkennen wat er in je omgaat, hoe je dat verwoordt, hoe je daar mee om kan gaan? Hoe kun je je passies en talenten ontdekken en ontwikkelen?
Leren kan pas als de leerling zich veilig voelt
Aan de basis van leren staat ‘veiligheid’. Logisch ook, want als er geen veiligheid is, dan is er geen aandacht vrij om te besteden aan leren. Maar als school een plaats is om te leren, waarom wordt er dan zo weinig aandacht geschonken aan een setting van echte sociale veiligheid?
Voor de inspectie is een school veilig als er opgetreden wordt bij pesten, geweld, discriminatie, ongewenst gedrag. Docenten letten daar dus goed op en oordelen de sfeer in de klas als ‘veilig’ zodra er geen sprake is van ongewenst gedrag. Ik denk niet dat veel docenten binnen het gangbare systeem kunnen herkennen hoe een intrinsiek veilige setting er uit ziet. We zijn namelijk geneigd te geloven dat het opdringen van leerstof (dmv. belonen en straffen) een goede zaak is. Dat het kinderen helpt zich voor te bereiden op hun toekomst. Maar deze setting van dwang en ongelijkwaardigheid staat in mijn ogen haaks (zo niet 180 graden) op het creĆ«ren van een echt sociaal veilige setting.
Als er weinig ruimte overblijft voor kinderen om hun eigen interesses te volgen, dan leren kinderen vooral om zichzelf weg te cijferen. Zich te conformeren. ‘Mijn behoeftes zijn niet belangrijk (genoeg)’. ‘Ik moet voldoen aan wat er van me verwacht wordt’. ‘Ik ben niet goed genoeg’. Stuk voor stuk niet-helpende overtuigingen die heel geniepig in je systeem kunnen nestelen. Die er voor zorgen dat je jezelf ook in je werkend leven gaat conformeren. Of in relaties.
We hebben allemaal op school gezeten. We zijn dus allemaal min of meer ‘gevormd’ door het systeem. Sommigen zijn in staat zichzelf snel na het verlaten van school te herpakken, anderen blijven er hun hele leven onder gebukt. Maar het is nooit te laat om ballast los te laten. Om je eigen kracht te hervinden en je leven te leven zoals jij dat het liefst doet. . Zodat je ruimte geeft aan anderen om zelf te ontdekken wat ze voelen en wat ze willen veranderen.
Als je opmerkt dat je het lastig vindt te zeggen (vragen) wat je het liefst wilt zeggen (vragen), weet dan dat er niets met jou mis is. Er is een issue met veiligheid. Leg dat gerust op tafel, herstel met elkaar de veiligheid, de verbinding, en je zal merken dat jouw weerstand helemaal verdwenen is. Dat je nu wel kan zeggen (vragen) wat je het liefst wilt zeggen.
0 reacties