Zo’n 25 jaar geleden had ik een sollicitatiegesprek. ‘Wil je koffie?’, werd me gevraagd voordat het gesprek begon. Er stond een thermoskan met koffie op tafel, wat bekers, suiker, melk en roerstaafjes. Geen thermoskan thee… Nu drink ik geen koffie, want ik kan mij dan niet meer concentreren. Maar ik durfde niet te vragen of hij ook voor thee kon zorgen. Dus ik knikte en heb braaf mijn bekertje leeggedronken. Inderdaad kreeg ik snel last van concentratie-problemen en heb ik een belabberde indruk van mezelf achtergelaten.
Ik wist heus wel dat ik geen koffie moest drinken. Maar toch deed ik het. Waarom?
In dit blog beschrijf ik hoe het onderzoeken van zo’n situatie in zijn werk gaat. Vervolgens beschrijf ik hoe de situatie gelopen had kunnen zijn als ik mijn mindset op voorhand had afgestemd op de situatie.
Ons bewustzijn volgt redelijk strikt een aantal stappen. Deze herhalen zich soms een paar cycli in een split second. Vaak ben je je maar van een paar deeltjes uit de cycli bewust. Bewustwording gaat er dan ook over om het hele proces te doorzien, want dat geeft je de mogelijkheid om het een volgende keer anders, beter, bewuster te doen. De stappen zijn:
1. je richt je Aandacht ergens op,
2. je doet een Waarneming,
3. je gelooft daar een Overtuiging over,
4. je Ervaart de situatie,
5. waardoor je kiest voor een Handeling (AWOEH).
Met deze stappen in het achterhoofd zal ik naar de sollicitatie kijken.
Op de vraag ‘koffie?’ durfde ik niet te zeggen wat ik graag wilde zeggen. Ik had graag ‘Nee dank je, heeft u ook thee?’ willen zeggen, maar koos voor ‘ja-knikken’. Dat is een Handeling. Voorafgaand aan een handeling zit een ervaring. Dus wat voelde ik op dat moment? ‘Klein’, ‘minderwaardig’, ‘onveilig’, zoiets. Voorafgaand aan een ervaring, gevoel of emotie zit een overtuiging. Welke overtuiging geloofde ik dan, dat ik me minderwaardig en onveilig voelde? ‘Ik ben afhankelijk van hem, ik moet me aanpassen’, en misschien wel ‘ik ben niet goed genoeg’, iets in die richting. Soms is het nodig goed de situatie te doorvoelen om te achterhalen wat je erover geloofde.
De koffie werd voor me neergezet. De geur ervan stond me niet tegen, maar dat zegt niets over de uitwerking van koffie op mijn concentratie. Laatst had ik op een vergelijkbare manier toch koffie gedronken en toen ik daarna boodschappen ging doen was ik de helft van wat ik wilde kopen vergeten. Ik kan er gewoon niet goed tegen. Wat dacht ik op het moment dat die koffie voor me stond? ‘Ik moet nu echt zeggen dat ik deze koffie niet kan opdrinken. Maar dat durf ik niet meer. En het is toch ook zonde van de koffie? Ik moet het opdrinken, ik kan niet meer terug! Niet drinken! Wel drinken! Je moet! Ja maar straks dan? Stel hem niet teleur! ‘
Je kan er zomaar van in paniek raken.
Afslagen gemist
De hamvraag is steeds: zijn de overtuigingen die je gelooft echt (absoluut) waar. Het antwoord daarop is altijd ‘nee’, want een overtuiging is slechts een toevoeging aan de realiteit. En in dit geval? Nee, natuurlijk niet. Ik mag er gewoon zijn, met mijn kwaliteiten, mijn valkuilen, mijn behoeften. Deze afslagen heb ik duidelijk gemist. Wat nu nodig is, is dat ik de overtuiging ‘ik ben afhankelijk’ en ‘ik ben niet goed genoeg’ moet loslaten (wie zou ik zijn zonder deze overtuiging?) en er een andere overtuiging ervoor in de plaats ga geloven. Bijvoorbeeld ‘ik ben goed zoals ik ben’, ‘ik ben blij met mezelf’. Ik ben namelijk helemaal vrij om iets te kiezen waarvan ik voel dat het me helpt deze situatie te hanteren.
Als ik over mezelf zou geloven ‘ik ben goed zoals ik ben’, en ‘ik ben blij mezelf te zijn’, en ‘ik beslis’, en ‘ik kan dit aan’, dan zou de sollicitatie heel anders zijn gelopen. Bij de vraag ‘koffie?’ (waarneming) zou ik me wellicht even ongemakkelijk gevoeld hebben vanwege het ontbreken van een pot thee. Maar vanuit de overtuiging ‘ik ben goed zoals ik ben’ zou me toch sterk genoeg gevoeld hebben om te vragen naar thee. Of water, als thee lastig is. Trouwens, als dat bedrijf geen thee heeft, dan wil ik er niet eens werken, haha! Ik ben niet afhankelijk. Ik beslis.
Ook al lijkt het dat de buitenwereld er voor zorgt hoe je je voelt of wat je (niet) doet, je doet het allemaal zelf. Door je overtuigingen, door wat je over de situatie gelooft. Het managen van je overtuigingen (bewust overtuigingen loslaten en bewust nieuwe overtuigingen (soms zonder bewijs) gaan geloven) helpt je om van elke situatie het beste te kunnen maken. Het vraagt oefening, zelfreflectie, integriteit (eerlijk naar jezelf), creativiteit en zeker ook humor. Het maakt dat je nooit over je grenzen hoeft te laten gaan, dat je je welzijn niet laat afhangen van wat er om je heen gebeurt. Dat je weer helemaal zelf achter het roer van jouw levensboot staat.
0 reacties